Diagnostiek
Intelligentieonderzoek
Bij het intelligentieonderzoek maken we meestal gebruik van de WISC-V-NL. Dat is een algemene intelligentietest waarmee het cognitief functioneren van kinderen van 6 tot 17 jaar vastgesteld kan worden. De WISC-V bestaat uit verschillende subtests die elk een ander aspect van de intelligentie meten.
De resultaten die het kind op de afzonderlijke subtest behaalt, worden samengevat in een drietal IQ-scores; het Totale IQ, het Verbale IQ (het talige leer- en redeneervermogen, verworven kennis en auditief geheugen) en het Performale IQ (het handelend leer- en redeneervermogen, visueel-ruimtelijke en visueel-motorische vaardigheden). De opbouw van het intelligentieprofiel is het onderwerp van gesprek met alle betrokkenen. Op grond daarvan kan het lesstofaanbod zo passend mogelijk gemaakt worden.
Onderzoek naar de sociaal-emotionele en/of gedragsmatige ontwikkeling
Bij dit type onderzoek wordt veel gebruik gemaakt van vragenlijsten. Daarnaast zijn er voor het kind onderzoeksmaterialen die verschillende sociale thema’s bevatten. Van groot belang is tevens de informatie die uit gesprekken met alle betrokkenen en observaties van de leerling wordt verkregen. De resultaten van het onderzoek kunnen aanleiding zijn om aanpassingen in de leeromgeving van of de omgang met de leerling te maken. Ook kan het zijn dat verdere begeleiding of diagnostiek geadviseerd wordt.
Pedagogisch-didactisch onderzoek
Bij een pedagogisch-didactisch onderzoek wordt er een analyse gemaakt van de didactische ontwikkeling op één of meerdere vakgebieden. Uit het pedagogisch-didactisch onderzoek komt een niveaubepaling. Er wordt echter ook gekeken, welke onderdelen in de lesstof in meer of mindere mate beheerst worden, welke leerstrategieën een kind toepast en welke andere factoren (zoals informatieverwerking of leerstijl) een rol spelen. Op grond van de bevindingen volgt er een advies met betrekking tot de leerstof, in relatie tot de onderwijsbehoeften.